|
|
06 oktober 2019 "De wereld wordt wakker
06 oktober 2019 "De wereld wordt wakker
en er komt verandering of je dat leuk vindt of niet"
Gemeente,
Woorden van de jonge milieuactiviste Greta Thunberg uit een speech die ze twee weken geleden bij de VN-klimaattop hield. U heeft ongetwijfeld over deze jonge vrouw gehoord, want zij beroert de gemoederen. Zeer negatief wordt over haar gesproken, persoonlijk wordt ze aangevallen en tegelijkertijd weet zij miljoenen mensen, scholieren in veel landen te inspireren om de straat op te gaan om te demonstreren tegen het milieubeleid van de machtigen.
Ik kan niet anders dan enorm veel respect voor haar hebben. Maar dat zij en veel andere milieuactivisten voor een ongemakkelijk gevoel zorgen is ongetwijfeld waar.
''How dare you?'' vraagt ze de leiders van de wereld. Mensen lijden, mensen sterven. Hele ecosystemen storten in elkaar. We staan aan het begin van een massale uitsterving en wat doen de leiders: praten over geld en het sprookje van eeuwigdurende economische groei. Hoe durven jullie? How dare you?
Woorden die er niet om liegen.
Jezus spreekt tot zijn leerlingen, spreekt misschien ook tot ons. Het zijn wat losse aspecten die hier aan bod komen. De geringen niet ten val brengen, vergeven steeds weer vergeven en anderen dienen, ook al ben je in de positie om je te laten bedienen. De sleutel tot al deze losse stukje ligt wat mij betreft in een geloof dat niet onderschat moet worden. Ook al is het geloof klein, lijkt het niets voor te stellen, het kan uitgroeien tot iets groots.
En zo'n geloof, zo'n vertrouwen - ik denk dat je dat ook nodig hebt als je de rede van Jezus ter harte neemt. Want hij vraagt haast onmogelijke dingen. Tenminste als we naar onze levens en de huidige maatschappij kijken, dan lijkt het wel onbegonnen werk wat Jezus vraagt.
Een ander vergeven betekent dat je je eigen gelijk en dat waar je recht op hebt, opgeeft. De ander heeft je onrecht aangedaan. Punt uit. Wanneer het om vergeven gaat, dan gaat het niet om kleine dingetjes zoals sorry zeggen omdat je gelogen hebt voor bestwil of omdat je de verjaardag van de ander bent vergeten. Een daad die om vergeving vraagt is iets dat je in je kwetsbaarheid, in je identiteit, in je waardigheid geraakt heeft waardoor de relatie met de ander kapot is gegaan.
Dat kunnen kleine en grote dingen zijn, maar het gaat erom, dat de ander je vertrouwen geschonden heeft, je gekleineerd heeft, je ziel met voeten getrapt. En dat vergeven - dat gaat niet zomaar en kun je niet zomaar van iemand vragen.
En ook dat tweede voorbeeld dat Jezus geeft is nogal een uitdaging. Jezus vraagt van zijn leerlingen dat zij zichzelf als knechten, als slaven zien. Als mensen die dienstbaar zijn, zich niet boven een ander verheffen, niet gebruik maken van anderen. Ik hoor achter de woorden van Jezus zijn symbolische daad van de voetwassing, kort voor zijn dood. Jezus die zich dienstbaar opstelt aan anderen. Die niet heer en meester wil zijn over anderen.
Maar wij leven juist in een samenleving waarin het heel gewoon is om zich als heer en meester te verheffen. Ten opzichte van andere mensen, maar ik denk - associërend op de woorden van Greta Thunberg - vooral ten opzichte van de natuur. Sinds de Verlichting heerst in de Westerse samenleving de mentaliteit dat wij mensen het recht hebben om de natuur naar eigen goeddunken te gebruiken en te misbruiken. Want het is maar een ding, het is maar de natuur, een geringe, ondergeschikt aan ons mensen.
Wee, degene die een geringe ten val brengt.
Woorden die er niet om liegen.
Ook bij het verhaal van David die bij de priester om brood vraagt moest ik aan de natuur denken en de wijze waarop wij met de natuur omgaan.
Over David hebben we nu al een paar weken gehoord. De kleine, geringe, achtergestelde, zachtaardige David die koning zal worden. De laatste die de eerste wordt. Maar David die we ook van een andere kant leren kennen. Als iemand die de macht in handen weet te krijgen, die anderen en zichzelf ten val brengt. Die liegt en bedriegt. De eerste die ook de laatste is.
David is op de vlucht voor Saul die steeds jaloerser werd op zijn schoonzoon David. En dat terecht. Immers, David is al tot nieuwe koning gezalfd, terwijl Saul nog op de troon zit. En het geluk is op de hand van David, de wereld ligt aan zijn voeten. Daarom moet hij vluchten en vraagt in Nob bij het heiligdom om brood, vijf broden. Vijf broden en als je nog twee vissen erbij neemt is dat meer dan genoeg.
De priester geeft David aarzelend het toonbrood, want, heilig is het brood en hij twijfelt terecht of David wel op een heilige manier bezig is.
Heilig en profaan brood. In het eerste of Oude Testament wordt wel vaak dit onderscheid gemaakt tussen heilig en profaan, tussen rein en onrein, bijzonder en gewoon. De reinheidsgeboden regelden toen de samenleving en het was een nuttige instelling in het Oude Israël, ook kun je, nee, moet je wel vraagtekens zetten bij het aspect dat in deze tekst ook naar voren komt. Is seks dan onrein? Is seks, en dan bedoel ik natuurlijk niet seks die kleineert en uitbuit, maar echt liefde bedrijven, is dat niet juist een aspect van heiligheid. Het lichamelijke aspect van liefde dat heilig is?
Hoe dan ook, de indeling van heilig en profaan was ook in het Oude Israël helemaal niet zo rigoureus als we misschien geneigd zijn om te denken. Dat maakt 1 Samuel 21 wel duidelijk. Als er honger is, als er nood is, als geschreeuwd wordt om brood, dan valt het onderscheid tussen heilig en profaan weg. Jezus zelf haalt dit verhaal later weer aan. De vraag naar gerechtigheid staat boven alles.
Maar dat "heilig-zijn" van het brood - dat intrigeerde me bij het lezen. De priester zegt dat hij geen profaan brood heeft, alleen heilig, gewijd brood. Bij mij komt dan de vraag op: was er werkelijk geen ander brood? Had de priester niets in voorraad? Of is bij de priester in het heiligdom al het brood gewijd, heilig brood? En - doordenkend - bestaat überhaupt zoiets als profaan brood? Is niet alle brood heilig is. Of moet het niet heilig zijn?
Ik ben sinds een tijdje bezig met een promotieonderzoek over eco-theologie, dat weet u misschien wel. En een van de theologes die ik bestudeer is de Amerikaanse eco-feministische theologe Sallie McFague. Beroemd is zij geworden door haar theologisch model waarbij ze de wereld als Gods lichaam beschrijft. Een van haar stellingen is, dat de wereld en alles wat daarin bestaat, mensen, dieren, planten en materie, Gods lichaam vormen. En daarom, omdat wij en alles om ons heen deel zijn van Gods lichaam, zegt zij, dat alles wat bestaat heilig is.
God moeten we loven, God moeten we eren, God moeten we hooghouden en dus ook Gods lichaam. Mensen, maar meer nog dan mensen. Ook dieren. Ook ecosystemen. We moeten zorgdragen voor de lucht die we ademen. Het brood dat we eten. De wereld die bestaat, wij mensen zijn verantwoordelijk om ze niet kapot te maken. Maar om van de wereld, Gods lichaam, te houden. Het te koesteren. Het op waarde te schatten. Niet omdat we de wereld nodig hebben, hoewel dat natuurlijk wel zo is. Maar omdat de wereld mooi is, goed is, zeer goed.
En McFague zegt: we moeten anders naar de wereld gaan kijken. Want zoals we er nu naar kijken, zo stelt zij, zien wij hier in het westen alles als profaan aan. De wereld is voor ons en onze leiders een ding dat we kunnen gebruiken. Dat we kunnen benutten om economische groei tot stand te brengen. De ecosystemen waarvan we leven gebruiken we voor het welzijn van de mens.
Anders kijken, naar elkaar, maar juist ook naar de natuur. Vandaag gaan we een nieuwe kunst expositie in het BJC openen. Misschien heeft u al even een blik erop geworpen en anders is er straks voldoende gelegenheid om de afdrukken van Henni van Dijk te bewonderen. Stillevens zijn het, planten. En ze nodigen ons uit om anders te kijken dan we normaal naar de natuur kijken.
Tenminste, hoe ik normaal naar de natuur kijk. Vaak heb ik zo'n haast dat ik niet echt kijk wanneer ik buiten wandel of fiets. En dan mis je de fijne structuren, die wonderlijk mooie bouw, het bijzondere van gewone planten.
Sallie McFague zegt: wanneer wij anders naar de wereld kijken, wanneer wij de wereld als heilig zien, dan is dat de eerste stap om ook zo de wereld te benaderen. Om de wereld te koesteren, te beschermen, te bewaren, alles en iedereen de ruimte te geven om te leven. Misschien dat de afbeeldingen in het BJC ons daarbij kunnen helpen. Kunnen leren hoe bijzonder het gewone is. Hoe heilig alles om ons heen is.
De afgelopen weken stonden wel in het teken van de ecologische crisis. Het klimaat waarvoor een week geleden miljoenen mensen over heel de wereld op straat gingen. Ook hier in Nederland. Staken voor het klimaat. Maar ook de discussie rond stikstof en wat dat allemaal losmaakt in de samenleving. Bij boeren en ons allemaal. Hoe we beginnen van onszelf af te wijzen, de schuld altijd bij iemand anders zoeken. Iemand anders de rekening willen laten betalen.
En begrijpt u mij niet verkeerd, natuurlijk moet er goed gekeken worden hoe lasten van nieuwe, milieuvriendelijke politiek verdeeld worden. Maar wanneer ik zo de discussie volg, dan word ik wel vrij wanhopig. Ik denk dat de tijd dringt. Dat stappen gezet moeten worden. Dat de oprakende aarde ons ertoe dwingt, als we al de natuur niet willen beschermen omdat de natuur goed, heilig, waardig is, dan tenminste toch omdat de toekomst van ons mensen op deze planeet op het spel staat. En wat doen we? Praten over geld.
How dare you? Hoe durven jullie, vraagt de jonge Greta Thunberg. En ook Jezus' woorden liegen er niet om.
Doe er wat aan. Sta op en volg. Vergeef waar je kunt. Stel je dienstbaar op aan de geringsten. Leef de liefde waarvoor we elke zondag hier bij elkaar komen.
Je kunt er wanhopig van worden. De problemen, de uitdagingen zijn groot, misschien wel te groot - zo kunnen we denken. Vragen milieuactivisten zoals Greta Thunberg niet te veel? Zijn we wel in staat om Jezus' voorbeeld te volgen?
Jezus geeft ons een sleutel in handen - zo denk ik. Geloof als een mosterdzaadje. Geloof, vertrouwen - eigenlijk is dat hetzelfde, het hoeft helemaal niet grootst te zijn. Misschien zelfs liever niet. Geloof, vertrouwen, het mag aarzelend zijn, het mag teer en kwetsbaar zijn. Het mag met vallen en opstaan omarmd worden. Maar omarmd worden moet het wel. Een vonkje hoop moet er zijn. Een vertrouwen dat we met elkaar kunnen delen en dat zo uitgroeit tot veel meer dan je voor mogelijk hebt gehouden. Geloof dat bergen kan verzetten, een boom die zich in zee plant. De wereld op z'n kop. Geloof dat ons bevrijd uit de benauwdheid van de ik-gerichtheid. Wij mensen die niet de natuur gebruiken maar ons juist dienstbaar opstellen aan haar. Wij die het verheffen over elkaar, elkaar in hokjes plaatsen, elkaar veroordelen, afzweren en ons gedragen zoals we zijn: zusters en broeders van elkaar. Gelijken. Niemand beter of minder. De onmogelijkheid van vergeving die waar wordt, een radicaal nieuw begin, opstaan uit de dood.
Er komt verandering. God staat op en vraagt onze hand. Durven wij zijn liefde aan?
Ds. Carolah Dahmen.
| terug
|
|
|
|
|
|