|
|
02 juni 2019 God en de tragiek van het leven.
02 juni 2019 God en de tragiek van het leven.
Sinds Donald Trump president van Amerika is hebben wij thuis een nieuwe hobby: delen van de late night shows kijken waarin Amerikaanse 'hosts' zoals Stephen Colbert of Trevor Noah op een humoristische en tegelijkertijd zeer kritische wijze commentaar leveren op de nieuwste schandalen van Trump. Comedians vieren hoogtij met hun huidige president. Maar ja, of het presidentschap van Donald Trump nu zo om te lachen is, is natuurlijk de vraag. Naast comedians zijn het ook bepaalde christelijke stromingen in Amerika die werkelijk blij zijn met de huidige president. De strengere Abortuswetten zijn daar maar een voorbeeld van. De christelijke stroming in Amerika die heel blij is met Trump kun je - heel algemeen gezegd - onder de noemer “prosperity gospel” of te wel Welvaartsevangelie samenvatten.
De gedachte van het Welvaartsevangelie is makkelijk samen te vatten: Wie gelooft heeft succes en geluk in het leven. Aan de hoeveelheid geld, bezit en succes, aan de kinderzegen, je intelligentie of je schoonheid zou je af kunnen lezen hoe gelovig een mens is. In Amerika komt zo'n simpele benadering van het geloof wel meer voor, vooral bij de televisiepredikers, maar ook in Nederland kun je soortgelijke gedachten in bepaalde christelijke stromingen vinden.
U hoort het al, ik sta zeer kritisch tegenover de gedachten van het welvaartsevangelie. Maar ik moet wel toegeven dat tot op zekere hoogte de verbinding tussen geloof en zegen in het leven aanvaardbaar is. Sterker nog, we komen de gedachte ook in de bijbel tegen. Denkt u maar aan het begin van het bijbelboek Job. Job die onberispelijk leeft en gelooft is gezegend met rijkdom, kinderen en geluk. Maar u weet - juist het bijbelboek Job geeft stevige kritiek op de gedachte dat geluk en geloof een relatie van oorzaak en gevolg is. Toch hebben wellicht ook velen van ons vaak het idee dat zegen van God komt. Wanneer we tegenspoed ondervinden in het leven kunnen we ons afvragen wat we verkeerd hebben gedaan om dat te verdienen. En als gebeden niet uitkomen, komt dan niet weleens de twijfel op of we wel genoeg gebeden hebben?
Die twijfel, die knagende vraag of God ongeloof bestraft met tegenspoed horen we ook in onze eerste Schriftlezing uit Jesaja terug. Het volk Israël vraagt zich af waarom God zijn volk geen recht doet. Ze hebben toch al voldoende geboet voor hun zonden, zo hoor je achter de tekst. Het land is hun uit de handen gerukt. Mensen zijn gevangen genomen, als ballingen ontvoerd. Mensen zijn verminkt, gedood, hebben geliefden en toekomst verloren. Terwijl ze zich toch hadden bekeerd tot God. Ze hebben toch de afgoden afgezworen. Waarom ziet God hun toewijding, hun geloof, hun handelen naar zijn geboden niet? En ook in het evangelie volgens Johannes is de oorzaak-gevolg relatie tussen het volgen van Jezus en voorspoed in het leven verbroken. We moeten de tekst horen met het verdriet en de pijn van de vroege christenen die vervolgd werden. De komst van de Messias is niet uitgelopen op overwinning, geluk en vrede. Het koninkrijk van God op aarde - de vroege christenen zien er weinig van terug in hun levens.
De teksten spiegelen een diep menselijke ervaring weer. De ervaring van onrechtvaardigheid. De ervaring van tragiek in het leven. Van chaos en geen grip en controle hebben hoe ons leven verloopt. Ons allen overkomen dingen in het leven waar we niet om hebben gevraagd, niet om hebben gebeden, niet op hebben gehoopt.
En de ene mens heeft meer pech, meer verdriet en pijn in het leven dan de ander. Ziekte die een einde maakt aan onbezorgdheid in het leven. Traumatische ervaringen, misschien al als kind, waar je je hele leven last van hebt. Een karakter of uiterlijk dat je in de weg zit. Het verliezen of niet eens kunnen vinden van de liefde in het leven. Kinderen die niet geboren worden of kinderen die zichzelf en anderen ongelukkig maken. Beroepskeuzes die slecht uitpakken. Onrecht, geweld of puur en alleen een stom ongeluk. Dat geloof voorspoed tot gevolg heeft - alleen de rijken en sterken kunnen zo'n geloof volhouden, in ieder geval zolang het geluk aan hun kant staat. De pechvogels weten wel beter, of worden door die gedachte nog meer de ellende in geholpen. Heilzaam, bevrijdend is zo'n geloof in ieder geval niet.
En toch blijft die vraag: hoe zit het nu met God en de tragiek in het leven? Van God wordt toch gezegd dat hij hemel en aarde schiep. Dat hij macht heeft over alles - zoals we in Jesaja horen. En wat is met Jezus die aan zijn leerlingen had beloofd dat ze hem weer zullen zien? Dat Jezus spoedig terug zou komen. 2000 jaar - dat kun je toch geen korte tijd meer noemen? God is toch goed, wil toch het beste voor mensen, wil toch onze vrede, ons geluk. Waar wacht God dan nog op?
Als je de woorden van Jezus uit Johannes 16 hoort, dan denken wellicht velen aan die zinsnede uit het geloofsbelijdenis: “Jezus zit aan de rechterkant van God van waar hij zal komen om te richten de levenden en de doden.” Jezus spreekt zeker hier van zijn wederkomst op aarde. Kort voor de kruisiging voorspelt Jezus dat hij zijn leerlingen zal verlaten, dat hij sterft, maar dat hij weer zal opstaan uit de dood en aan zijn leerlingen zal verschijnen. Of je zou ook kunnen denken dat Jezus wellicht van zijn hemelvaart spreekt. Dat hij de leerlingen en de aarde zal verlaten maar aan het einde der tijden terug zal keren op aarde.
Maar het is maar zeer de vraag of het terecht is, dat we de Schriftlezing zo verstaan. Een aanwijzing geeft de oorspronkelijke taal van het Grieks. Daar worden namelijk twee verschillende woorden voor “zien” gebruikt. De nieuwe bijbelvertaling vertaalt makkelijk, maar oppervlakkig met “Nog een korte tijd en jullie zien me niet meer, maar kort daarna zien jullie me terug.” Onder ander de Naardense vertaling en de Willibrord-vertaling van onze katholieke vrienden laat ons niet in de steek en vertaalt met: “Nog een korte tijd en gij aanschouwt Mij niet meer, en wederom een korte tijd en gij zult Mij zien.” Aanschouwen en zien. Jezus benadrukt hier niet de tijd, maar hij legt de nadruk op twee verschillende manieren van “zien. En of die verschillende manier van “zien” wel een chronologische volgorde heeft, kun je je ook afvragen.
Ook bij Jesaja lijkt God het volk Israël op het hart te willen drukken, dat ze ook op een andere manier naar de werkelijkheid kunnen kijken. Het glas kan half leeg zijn en soms zit er niet eens nog een druppel water in, maar het glas kan ook half vol zijn. En zelfs als het leeg is, kan het weer gevuld worden. Geloven heeft ook heel vaak met hopen te maken, lijkt God hier te zeggen. Een hoop die nieuwe kracht kan geven, die de grootste ellende in het leven in een ander licht kan zetten. Geloof zorgt niet ervoor dat we rijk worden, gezond blijven en geluk vinden in het leven. Hoop is geen garantie dat het allemaal goed komt in het leven. God laat de zon ook opgaan boven onrechtvaardigen.
En toch...geloof kan je het leven redden. Hoop kan de kracht geven om ook geluk te zien. En als je je handen opent en ook wanneer je ze niet opent, kan God bron zijn van leven en licht. De zachte kracht van liefde, de verborgene in het leven, de onvermoeibare levenskracht, dat wat we God noemen, kan een mens weer doen opstaan uit diepste ellende en verdriet. Johannes gebruikt hier het veelzeggende beeld van een barende vrouw. Ook al kun je je afvragen hoe nou een man als Johannes en ook andere mannelijke bijbelse auteurs het aandurven om een levenservaring als beeld te gebruiken die zij nou net niet hebben gemaakt, toch is het wel een sprekend beeld. De aarde in barensweeën - het beeld wil troosten en een belofte doen: pijn kan veranderen in vreugde.
En ook situaties waarin er geen sprake is van verwachting, van hoop op een goede uitkomst - ook in deze situaties kan er weer licht schijnen. Het is een zeer persoonlijke ervaring en niemand kan het je aanzeggen of opleggen of menen te kunnen bepalen dat je zo en niet anders moet geloven en ervaren. Maar soms kun je juist in de pijn, in de chaos, in het verlies in het leven, God ontmoeten. Soms maken mensen de ervaring dat ze op het aller-moeilijkste moment in hun leven een dragende kracht hebben ervaren. Soms zien mensen door de tranen ineens licht, rust. Toch weer toekomst.
En dat is geen triomfantelijk God, geen God van het succes, geen God die zegt “had je maar...”. Maar het is een God die meelijdt, meehuilt, de pijn van de wereld draagt als een kruis.
Al is mijn stem gebroken, mijn adem zonder kracht,
het lied op andere lippen draagt mij dan door de nacht,
door ademnood bevangen of in verdriet verstild:
het lied van uw verlangen heeft mij aan `t licht getild.
Ds. Carolah Dahmen.
| terug
|
|
|
|
|
|